7 Handige Tips Voor Het Studeren van Fysica

7 Handige Tips Voor Het Studeren van Fysica

De voorbereiding voor de toelatingsproef geneeskunde & tandheelkunde 2021 is voor vele studenten al begonnen. In deze blogpost deelt Filip, onze vakspecialist fysica bij SlaagTAT, enkele zeer belangrijke tips om natuurkunde zo goed mogelijk onder de knie te krijgen.

Tip #1: Weet wat wel en niet op het formularium staat

Er staan heel wat formules op het examenformularium en vaak merken we dat studenten niet exact weten wat wel en wat niet op het formularium staat. Zo staat het merendeel van de te kennen constanten op de achterzijde van de eerste pagina: zo moet je de dichtheid van kwik of van water niet vanbuiten weten. Een ander voorbeeld is de omzetting van kilowattuur naar joule: ook dit is ‘gegeven’.

Je moet dus exact weten wat er op het formularium staat, alsook wat er niet op staat. Neem dus je tijd om zeer aandachtig elke formule, getal en constante te bekijken die op het formularium staan. Wat we onze studenten aanraden is om het formularium minstens tweemaal af te printen. Eén versie gebruik je om nota’s bij te voegen, zodat je van elke formule weet wat ze wil zeggen en wanneer ze wel (of niet) gebruikt kan worden. Deze versie kan je gebruiken bij het maken van oefeningen doorheen het jaar. De tweede versie van het formularium is een formularium waar je niets bijschrijft. Deze gebruik je om te oefenen wanneer de toelatingsproef dichterbij komt of wanneer je voor een proefexamen aan het studeren bent. Best maak je ook een lijst van alle formules die je moet kennen maar die niet op het formularium staan.

Dit zijn er een twintigtal, dus is het cruciaal dat je weet welke deze formules zijn en dat je deze memoriseert.

Bij SlaagTAT stellen we aan onze studenten zo’n lijst ter beschikking, samen met andere hulpmiddelen voor elk vak. Ben je geïnteresseerd in onze begeleiding, boek dan snel jouw gratis afspraak.

(https://www.slaagTAT.be/boek-afspraak)

Tip #2: Eenheden zijn cruciaal

Elk getal in fysica heeft een bijhorende standaardeenheid. Zo zullen we ‘snelheid’ steeds uitdrukken in m/s en niet in km/u. De eerste stap in vele oefeningen is het omzetten van de gegeven eenheden naar de gevraagde eenheden. Let op: dit is niet altijd strikt noodzakelijk, maar het is een goede standaardpraktijk. Een formule levert immers enkel de juiste uitkomst wanneer je er een consistente set van eenheden ‘insteekt’. We adviseren studenten om steeds de eenheden bij hun tussenuitkomsten te noteren. De bewerkingen die je uitvoert op de getallen, moet je ook steeds uitvoeren op de bijhorende eenheden. Dit kan dus een manier zijn om een bijhorende controle op je bewerking te hebben: indien je uitkomst niet in de verwachte eenheid uitkomt, is dit een waarschuwing dat je waarschijnlijk ook een rekenfout met de getallen gemaakt hebt.

Tip #3: Durf te redeneren op basis van de geziene theoretische principes

Het is erg belangrijk dat je durft te redeneren op basis van de basisprincipes die in de theorie van elk hoofdstuk leert. Deze moet je als basis bouwblokken durven en kunnen gebruiken in de redeneringen die je in oefeningen gebruikt. Wat we vaak merken is dat studenten niet voldoende vertrouwd zijn met deze concepten. Zo moet je in het hoofdstuk dynamica durven redeneren op basis van de geziene wetten van Newton. Klassieke vragen als “waarom schuiven rugzakken naar voren in een bus in die afremt” kan je met veel zelfvertrouwen beantwoorden als je de wetten van Newton goed beheerst. Dit geldt natuurlijk ook voor alle andere hoofdstukken. Een bijkomend voordeel is dat je intuïtie kweekt in de fysica, die regelmatig contra-intuïtief is ten opzichte van je oorspronkelijke intuïtie.

Tip #4: Gebruik structuur in het uitwerken van oefeningen

Studenten die meer structuur in hun uitwerking gebruiken, brengen de oefeningen doorgaans frequenter tot een goed einde. Dit is logisch. Enerzijds levert een gestructureerde werkwijze je een houvast tijdens het aanpakken van oefeningen. De klassieke werkwijze is in de eerste stap de gegeven eenheden om te zetten naar de standaardeenheden. Een tweede stap is het duidelijk oplijsten van de gegevens. Ken hierbij de juiste (unieke!) symbolen en eenheden toe. In een derde stap verwoord je duidelijk (liefst ook symbolisch) wat het gevraagde is. Deze gegevens en het gevraagde duid je best ook aan op een ordelijke en overzichtelijk schets. Dit maakt voor jou de gegeven oefening al een stuk overzichtelijker.

Wanneer je deze manier van werken steeds toepast, zal je merken dat deze systematische aanpak je echt vooruit helpt tijdens het maken van oefeningen. Het dwingt je om op een wetenschappelijke manier om te gaan met de oefening. Zo zal je symbolen toekennen aan de gegevens en waarschijnlijk al snel een idee krijgen in welke formule je deze eventueel kan gebruiken. Het expliciet neerschrijven van wat het gevraagde is in deze oefening dwingt je om ook hier een symbool aan toe te kennen. Je zal dan veel sneller weten hoe je de oefening in de volgende stappen moet aanpakken om tot het gevraagde resultaat te komen. Deze aanpak vermijdt ook dat er over gegevens heen gelezen wordt in de opgave.

Tip #5: Het belang van nieuwe oefeningen

Het is essentieel om steeds met nieuwe, ongeziene oefeningen te blijven oefenen. Zo krijg je geen vertekend beeld van hoe goed je effectief op een bepaald vak voorbereid bent. Het kan snel gebeuren dat je denkt dat je zeer goed voorbereid bent op een bepaald onderdeel omdat je de oefeningen voor een deel ‘van buiten’ begint te kennen. Je weet nog wel ergens van wat de vereiste stappen waren om deze oefening tot een goed einde te brengen. Dit geeft je echter een vertekend beeld. De enige manier om een accuraat beeld te krijgen van je echte huidige niveau is door steeds met nieuwe, ongeziene oefeningen aan de slag te gaan. Bij SlaagTAT krijgen onze studenten meer dan 2.000 unieke oefeningen voorgeschoteld, zodat ze steeds op nieuwe, ongeziene oefeningen kunnen trainen.

Tip #6: Maak oefeningen vanuit de juiste theoretische onderslag en stappenplan

Vele studenten maken de oude examenvragen en ontdekken hierin dan een aantal “patronen” bij gelijksoortige oefeningen. Echter, het is vaak niet 100% duidelijk waarom er een “+” of een “-“ uitgekomen wordt (of andere ogenschijnlijk kleine nuanceverschillen). Op de toelatingsproef zit het hem echter in de details: een “+” of een “-“ uitkomen is een wereld van verschil. Je moet steeds zeer goed weten waarom iets positief of negatief is, en er is altijd een logische, sluitende redenering hoe je op het juiste resultaat komt. Het is daarom erg belangrijk om vanuit beperkte, volledige stappenplannen zo veel mogelijk oefeningen te maken. Het is de bedoeling dat het “klikt” in je hoofd en dat je inziet dat elke nieuwe oefening een variatie is op dezelfde stappenplannen.

Tip #7: Oefenen, oefenen, oefenen

Mijn professor Natuurkunde vertelde ons in de eerste les bij Burgerlijk Ingenieur dat de drie sleutels tot het beheersen van Natuurkunde waren: oefeningen maken, meer oefeningen, en daarna, nog veel meer oefeningen maken. Hij had overschot van gelijk. Het is door het maken van (nieuwe) oefeningen, door vast te zitten in deze oefeningen en (uiteindelijk) te begrijpen wat dan wel de juiste oplossingsmethodiek was, dat je gradueel en blijvend je niveau in deze materie kan verbeteren. Er zijn geen shortcuts!

Veel succes met fysica,

Filip

Mede-oprichter

Scroll naar boven